De wereld van sofismen – door de bril van de fietser

Naar een artikel van 31 mei 2025  door Kris Peeters

Sofismen: misleidende redeneringen die verdacht logisch klinken, maar de waarheid net ondermijnen.

Als je als fietser dagelijks deel uitmaakt van het verkeer, valt één ding steeds vaker op: de logica lijkt soms zoek in het mobiliteitsbeleid. En erger nog: er wordt vaak bewust een rookgordijn opgetrokken met zogenaamde ‘logische’ redeneringen – sofismen dus. Vooral wanneer je pleit voor veilige infrastructuur of minder autogericht beleid, komen die holle argumenten bovendrijven als putdeksels na een stortbui.

Neem nu het debat over snelheidsverlaging op autowegen. “100 km/u? Laten we er dan ineens 0 van maken, dan gebeuren er geen ongevallen meer! Ha!” klinkt het aan de sociale-mediatoog.
Maar voor wie wél in de regen op een fiets zit en elke dag de roekeloosheid op de weg ervaart, is dit geen grap maar een symptoom van onbegrip.

Fietsers snakken naar nuance, niet naar karikaturen.

👎 Maar de echte sofismen komen van wie beter zou moeten weten. Zoals de NMBS, die stelt dat beveiligde fietsenstallingen niet nodig zijn “omdat iedereen toch met een stationsfiets komt.”
Dat klopt: mensen kiezen voor aftandse fietsen, niet uit voorkeur, maar uit angst voor diefstal. Een neveneffect: minder comfortabele ritten, minder verkeersveiligheid.
En ja, sommigen laten daardoor de fiets staan en nemen de auto. De NMBS weet dat best, maar legt liever de schuld bij de reiziger.

🚗 En dan is er het zwaarder en breder worden van wagens. Een zorg voor elke fietser die op een smalle rijbaan of slecht afgescheiden fietspad rijdt. Maar wat zegt minister De Ridder? “We zien minder verkeersslachtoffers, dus zwaardere auto’s zijn geen probleem.” Daarmee worden de fysicawetten gemakshalve vergeten. Voor wie op twee wielen rijdt, is het verschil tussen een BMW X en een Toyota Yaris echter pijnlijk tastbaar.

🅿️ Het debat eindigt in een pleidooi om parkeerplaatsen aan te passen aan bredere wagens. Niet de wagens moeten kleiner, nee, de publieke ruimte moet wijken. Wie dan nog pleit voor fietsstraten, bredere fietspaden of voetpaden, krijgt te horen dat er “geen plaats” is. Een cirkelredenering van de zuiverste soort.

En tenslotte is er nog de minister-president zelf, die elk debat afblokt met: “Het blijft 120. Punt.” Geen argument, geen nuance, geen gesprek. En zo wordt een dringend mobiliteitsvraagstuk weggewuifd – ten koste van fietsers, voetgangers en iedereen die wel vooruit wil.

PS: Dank aan alle fietsers die hun ervaringen en frustraties delen. Blijf dat vooral doen. Want alleen door dat rookgordijn van sofismen te doorprikken, ontstaat er ruimte voor echte verandering.

🚴‍♀️🚉🚍